Met de juiste muziek haal je meer uit je work-out.
Als je tijdens het sporten naar muziek luistert, blijf je gemotiveerd – en dat is geen toeval. Muziek maakt sporten leuker en uit onderzoek blijkt dat je met muziek zelfs harder en langer kunt trainen.
Maakt het uit naar wat voor muziek je luistert? Zeker! Het verschilt van mens tot mens wat werkt. De een sport beter op snelle beats, terwijl de ander juist lekker traint op de deuntjes van zijn favoriete zanger of zangeres. Soms gaat het ook om de tekst.
Toch is er één factor die echt uitmaakt voor je sportplaylist en dat is BPM, oftewel de beats per minute. Langzamere nummers hebben een lagere BPM, uptempo nummers een hogere BPM. En als je de BPM afstemt op je work-out, dan heeft dat een positief effect: je beweegt namelijk op de beat en dat houdt je tempo op het juiste niveau.
Om te bepalen wat voor jou de juiste BPM is, kun je de volgende richtlijnen aanhouden:
– Powerwalken: 135-150 BPM
– Hardlopen: 150-175 BPM
– Fietsen: 95-130 BPM
– Kickboksen: 145-160 BPM
Een paar voorbeelden. Beat It van Michael Jackson heeft een 139 BPM en is daarmee geschikt als je gaat powerwalken. On Top of the World van Imagine Dragons heeft een 100 BPM en is perfect voor fietsen. Ga je kickboksen of hardlopen, dan is We Got The Beat van de Go Go’s met 152 BPM een goede optie.
Maar hoe weet je nu welke BPM een nummer heeft? Daar zijn handige websites voor, zoals SongBPM.com. Vul jouw favoriete tracks in en je krijgt meteen te zien welk tempo ze hebben. Met apps als Tempo Magic en RockMyRun kun je de BPM van een nummer zelfs aanpassen.
Het is overigens niet zo dat je een hele training lang dezelfde BPM moet volhouden – zeker niet als je bijvoorbeeld intervaltraining doet (waarbij je afwisselend het tempo verhoogt en verlaagt) of een hardlooptraining doet waarbij je rustig opbouwt en eindigt in een hoger tempo. Voeg gewoon een paar snellere nummers toe aan je playlist en kijk goed naar de volgorde. Ga je na een kwartier even knallen, zorg dan dat dat snellere nummer na 4 of 5 nummers met een lagere BPM komt.
Tot slot: zorg voor variatie. Als je regelmatig je playlist ververst, blijft het leuk – niet alleen de muziek maar ook het sporten zelf. Heb je geen zin om voor elke training een nieuwe playlist te maken, zorg dan dat je er een paar hebt waartussen je kunt afwisselen.