Het ene vet is het andere niet. Hoewel alle vetten meer dan twee keer zo veel kilocalorieën bevatten als eiwitten en koolhydraten, hebben sommige soorten vet wel degelijk gezondheidsvoordelen. Een makkelijk te onthouden ‘regel’ is dat je het beste kunt kiezen voor vetten die op kamertemperatuur vloeibaar blijven (zoals olijfolie en koolzaadolie), omdat deze enkelvoudige en meervoudig onverzadigde vetzuren bevatten. Vetten die op kamertemperatuur of in de koelkast hard worden (zoals boter), bevatten veel verzadigde vetten en deze kunnen je LDL-cholesterolgehalte verhogen, wat het risico van hart- en vaatziekten vergroot.
Minder vet, zo doe je dat!
• Grill, rooster, bak of wok met ‘goede’ vetten als koolzaadolie, maar gebruik zo weinig mogelijk. Kies liever niet voor frituren en snijd het vet van het vlees als je het bereidt in vocht.
• Eet koekjes en taarten alleen bij speciale gelegenheden.
• Ga voor halfvolle of magere melk in plaats van volle melk.
• Ga je uit eten, vraag de bediening dan om sauzen en dressings apart te serveren, zodat je weet hoeveel je ervan eet.
• Geef je gerechten smaak met kruiden en specerijen in plaats van boter of margarine.
• Voeg oplosbare vezels toe aan je eetpatroon die ook nog eens een gunstige invloed hebben op je cholesterolgehalte, zoals havermout, fruit en groenten, bonen als bijgerecht, soepen en salades.
• Eet mager rund- of varkensvlees, vis, kip zonder vel en vegetarische opties zoals peulvruchten en tofu.